De toon van ons luisteren

Hoe vaak horen wij niet iemand en onszelf zeggen 'Luister je wel naar mij?' Of nemen wij alvast het antwoord in onze mond door een suggestieve vraag te stellen. De manier van vragen stellen, is vaak bepalend voor het verloop en de uitkomst van het gesprek.

 

Alleen is dat echt zo? Kan het niet zo zijn dat manier waarop wij werkelijk luisteren daadwerkelijk onze vragen bepaalt?

 

De toon van luisteren


Dus niet de toon waarop wij praten. Juist de toon waarop wij luisteren. Het is de toon die de muziek maakt. Of is het de toon waarmee wij luisteren die uiteindelijk de beoordeling van de muziek bepaalt? In bekende verkooptrainingen wordt vaak gehamerd op; “het is niet wat jij schrijft maar wat men wilt lezen” of “het is niet wat jij zegt maar wat men wilt horen”. Dus welke toon daadwerkelijk gehoord wordt.

 

Soort vraag


Wist jij dat er minimaal 14 soorten van vraagstelling bekend zijn? Door goed te luisteren, kan jij dus altijd uit 1 van die 14 vraagsoorten kiezen.

 

Echter het is zo makkelijk om terug te vallen op het vraagsoort waarmee wij zo snel mogelijk tot onze (eigen) conclusie kunnen komen. Vaak gunt iemand zich een bepaalde tijd voor het antwoord c.q. gesprek. Binnen deze zelf opgelegde tijd barrière dient het antwoord gevonden te worden. Is het niet veel belangrijker dat wij door goed te luisteren en ons de tijd te gunnen met die vragen komen, waardoor degene waaraan wij de vragen stellen werkelijk met zijn/haar eigen antwoord komt? Het is toch altijd jouw doel om er achter te komen wat de ander daadwerkelijk vindt, denkt, ervaart, voelt etc. En, niet dat van jou? Of jij mag degene zijn waar de vragen aan gesteld wordt.

 

Luister je wel?


Iedereen luistert. Altijd ! Jij wordt altijd gehoord. Het is de vraag of jij wel de juiste vraag stelt en/of jij de luisteraar wel weet te boeien. En, vooral of jij wel echt luistert naar het antwoord (verbaal en non-verbaal) dat gegeven wordt. Ik zal een mooi voorbeeld geven van een gesprek tussen een kind en ouder. Het kind heeft gescheiden ouders en is twee dagen bij een ouder.

 

Dinsdagavond. Diner met Pasta. Het kind: “Heb je kaas?” De ouder: “Neen, die was helemaal groen van de schimmel” Het kind eet verder en ouder vraagt niet verder.

 

Woensdagavond. Diner met Mie. Het kind: ”Ik heb morgen de tosti beurt” De ouder: “Wat leuk” en vraagt niet verder. Het kind blijft proberen: “1x in de vier weken mag je zelf je tosti’s op school maken” De ouder: “Dat is echt gaaf” Ze eten en praten over andere dingen verder.

 

Donderdagochtend. Ontbijt. De ouder maakt zoals altijd het ontbijt en de meeneemlunch voor het kind. De telefoon gaat en de andere ouder vraagt naar het kind. Het kind wilt niet aan de lijn komen en zodoende wordt de vraag aan de ouder voorgelegd: “Wilt het kind ham op de tosti?”. “Tosti?” vraagt de ouder. De andere ouder: “Ja het kind heeft de tostibeurt dus eigen tosti’s mogen meegenomen worden. En ik heb kaas gehaald omdat het kind mij had verteld dat jij alleen groene kaas hebt” De ouder zegt licht geïrriteerd: “Ik heb al drie boterhammen staan maken. Wat ik namelijk altijd doe. Hoe kon ik nu weten van die tosti’s” Het kind: “Dat heb ik je toch gezegd!” De ouder: ”Nee hoor”

 

De juiste vraag / De juiste woorden


Op dinsdagavond begint de eerste miscommunicatie. Het kind vraagt om kaas. De ouder gaat ervanuit dat geraspte kaas wordt bedoeld die normaal over de pasta wordt gegeten. AANNAME. De ouder had ik kunnen vragen “Begrijp ik goed dat je kaas op je pasta wilt?” of “We zitten pasta te eten en je begint over kaas. Hoe komt het dat je daar opeens aan denkt? ” Het kind wordt dan in de gelegenheid gesteld om op gelijke hoogte antwoord te geven. Echter de ouder gunde zichzelf niet de tijd.

 

Op woensdag zegt de ouder dat de tostibeurt leuk is. M.a.w. het kind krijgt direct al een CONCLUSIE. Kan best zijn dat het kind het niets vindt of zenuwachtig is of nog met vragen zit. De ouder had ook kunnen zeggen: “Wat leuk dat je dat mij vertelt, ik weet nog niet zoveel van school dus wat houdt dat precies in… een tostibeurt” Nadat het kind het heeft uitgelegd, zegt de ouder gaaf. Nog steeds niet wetend wat het nu precies inhoudt. Dus het kind krijgt opnieuw bevestiging dat het gaaf zal zijn en mede hierdoor dat de ouder dus precies weet wat een tostibeurt inhoudt.

 

Op donderdag wordt het VERTROUWEN van het kind beschaamd, want de ouder beweert dat er niets is gezegd.

 

Juist wel. Op dinsdag werd het gesprek al geopend alleen de ouder hoorde de toon niet.

 

Met inspirerende groet

 

Ronald Osephius Inspirator

+31 (0)6 - 21 55 66 00

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0